Hengelsportvereniging Afd-X.I. Purmerend

Hengelsportvereniging Afd-X.I.Purmerend

Oprichting HSV afd XI Purmerend

Foto: Vischlust Purmerends Museum

Oprichting: Hsv afdeling Purmerend

1 juli 1909:


De vereniging werd opgericht door een aantal mensen uit Purmerend en melden zich bij de
Algemene Hengelaars Bond.
De naam van de vereniging¨Hengelsportvereniging Afdeling XI-Purmerend¨heeft zij te
danken aan de het feit de elfde afdeling te zijn, die aangemeld werd bij de
Algemeene Hengelaarsbond.

De eerste beschrijving van de vereniging
was¨Hengelsportvereniging Afdeling-Purmerend¨ later werd deze verandert in de huidige
naam.


Van de beginperiode is heel weinig bekend, Alleen het vaandel
waar de oprichtingsdatum op staat zou van die datum kunnen zijn,
Een mooi en opvallend vaandel die tevoorschijn kwam bij officiële wedstrijden.

Baarsvissen

café “Visscherslust” aan de Kanaalschans was de locatie van samenkomen voor de Hsv!

Dat het baarsvissen populair was blijkt wel,
er werd namelijk veel publiciteit aan gegeven. Voor het sportvissen was het goed om veel publiciteit te
krijgen, vooral om het imago van de hengelsport te verbeteren. Wat wel bekend is, is waar de
hengelsportvereniging Afdeling XI-Purmerend haar activiteiten hadden naast het
baarsvissen. Het café “Visscherslust” aan de Kanaalschans was het café waar
de hengelsportvereniging Afdeling XI-Purmerend in het begin van haar bestaan haar
thuishaven had. De naam “Visscherslust” zegt het al een beetje, ze werd door de
A.N.W.B. als een “Bondscafé” betiteld. C. Brommersma was de eigenaar van het café en had
natuurlijk ook belang dat de vereniging in zijn café een plek had. Het was regelmatig zeer
druk met vissers uit de hele regio en de inkomsten stegen hierdoor flink. Bovendien was hij
penningmeester van de vereniging en had dus een belangrijke positie in het bestuur. Het café
stond op de hoek van de Kanaalschans en de verlengde Nieuwstraat, ze bestaat al jaren niet
meer en het pand is vervangen voor een woonhuis. De plek waar het café stond, heeft lange
tijd gediend als opslag van natuursteen voor de steenhouwer Kuijt.
In de Purmerendsche Courant van 15 juni werd vermeld dat de eerste jaarvergadering van de
“afdeling Purmerend van den Algemene Hengelaarsbond“ haar eerste jaarvergadering hield.
De “afdeling Purmerend” was dus aangesloten bij de Algemeene Hengelaarsbond.
Het verslag van de eerste jaarvergadering uit de Purmerender Courant luid als volgt;
HENGELAARSBOND
De afdeeling “Purmerend” van den Algemeenen Hengelaarsbond hield vrijdag j.l. hare
eerste jaarlijksche algemeene vergadering onder leiding van den heer C.Provily.
Na den opening en voorlezing der notulen welke werden goedgekeurd, werd ’t eerste
jaarverslag uitgebracht, waaruit we vernamen, dat ’t ledental aanvankelijk ruim 60 leden
bedraagt en de afdeeling zich verheugen mag in de sympathie van ’t grootste deel der
ingezetenen ’t doel dat zij beoogt.
Daarna werd door een der afgevaardigden naar den Bondsvergadering te Weesp, den
heer C. Brommersma, verslag uitgebracht, waarvoor hij den dank der vergadering
ontving.
De rekening en verantwoording van den penningmeester, den heer C. Brommersma,
nagezien door ’n commissie van drie leden, werd onder dankzegging voor ’t nauwkeurig
beheer, goedgekeurd en vastgesteld met ’n saldo van ruim f 9,00.
De volgens rooster aftredende bestuursleden, de heeren C.Grandadam, tweede voorzitter
C. Brommersma, penningmeester, werden met algemeene stemmen op een na herkozen.
Daarna bracht de tweede secretaris, de heer J. van den Berg,als afgevaardigde naar ’n
vergadering uitgeschreven door de afdeeling “Amsterdam”, verslag uit, dat mede onder
dankzegging door de vergadering werd goedgekeurd.
Ten slotte werd goedgekeurd op Zondag 19 juni, a.s. ’n hengelwedstrijd voor baars te
houden in ’t Noord-Hollandsch Kanaal bezuiden der grote sluis en uitsluitend voor de
leden.
De prijzen bestaan uit kunstvoorwerpen.
’t Inleggeld bedraagt 25 cents per deelnemer.
Personen, die nog lid der afdeeling wenschen te worden, gelieven zich zoo spoedig
mogelijk aan te melden bij de heer Brommersma of den bode Kos, waardoor hun
gelegenheid gegeven wordt aan den wedstrijd deel te nemen.
De contributie voor ’t lidmaatschap bedraagt minstens 50 cents per jaar; voor
begunstigers f 2,00.
In den loop dezer week zal door den Bode ’n intekenlijst aan de leden worden
aangeboden voor deelneming, aan den wedstrijd, of aan hen die lid der afdeeling willen
worden.
Niets meer ter behandeling zijnde, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.
Het bestuur van de afdeling “Purmerend” bestond dus in 1911 uit: voorzitter C.Provily , 2e
voorzitter C. Grandadam, penningmeester C. Brommersma, 2e secretaris J. van den Berg.
Een ledental van maar liefst 60 personen. Deze leden deden allemaal mee met wedstrijden die
overal georganiseerd werden.
De naam Afdeling XI- Purmerend komt, zoals eerder vermeld, in 1911 nog niet voor, maar men
kan aannemen dat ze de elfde Afdeling-Purmerend van de Algemene Hengelaarsbond
was. De oprichters van de afdeling “Purmerend” zijn o.a. de heren C. Provily, C.
Brommersma en C. Grandadam. Het zijn allen bekende Purmerender`s in het verenigingsleven.
In de stad was het verenigingsleven in volle bloei. De hengelsport beleefde een enorme
populariteit onder de mensen, er werden veel grote wedstrijden georganiseerd. Bijna iedere
buurtschap, dorp of stad had wel een of meerdere verenigingen die de vissport beoefende.
Hoogtij voor de bondscafés als de prijsuitreiking plaatsvond. Voor Purmerend waren er
verschillende gelegenheden die gebruikt werden door de twee visverenigingen, ik kom hier
verder op terug.
Een prachtige ansicht van Purmerend uit 1900
met de school op het Schoolplein. De Eensgezindheid aangemeerd aan de Kanaalschans en
achter de boot was café “Visscherslust” van Cornelis Brommersma te vinden. Het was het
Bondscafé van de hengelsportvereniging Afdeling XI-Purmerend bij de oprichting. Dat is
jarenlang zo gebleven. Bij de grote concoursen kwamen van de sportvissers vele verenigingen
uit de regio en vooral uit Amsterdam in grote getale naar de marktstad. De Eensgezindheid
en andere passagiersboten werden ingezet om al de vissers hier te krijgen. Men spreekt dan
ook van wedstrijden waar drie duizend (!!!) deelnemers waren. De hengelsport kende in die
tijd een ongekende populariteit. Het Noord Hollandsch Kanaal was een geschikte water om
zoveel deelnemers te plaatsen.
In de Purmerender Courant van 16 november 1913 staat een verslag over de samenwerking van
den Algemeenen hengelaarsbond over een visuitzetting ten behoeve van de visstand in de
Purmerringvaart. Het uitzetten van de edelkarper en de “masurische” zeelt was een belangrijke
gebeurtenis in de hengelsport. Zeelten zijn vissen die voorkomen in stilstaande en langzaam
stromende wateren met veel plantengroei en een zachte bodem. Deze vrij schuwe bodemvis
kan, in zeer zuurstofarm water leven. Rond de eeuwwisseling zijn er in Nederland zeelten
uitgezet, afkomstig uit Pools-Russische meren, de zgn. ‘Masurische zeelt’. (1)
Deze is olijfgroen van kleur in tegenstelling tot de bronskleurige inheemse zeelt. Men kon vrij
makkelijk deze vissoort overbrengen naar vreemde wateren in andere landen, ook Nederland.
Het besef dat er goed nagedacht werd over de visstand, werd zeer gewaardeerd door de vissport
in het algemeen, maar zeker door de toen nog Afdeeling “Purmerend” genoemd. Het uitzetten
van vis werd veel gedaan om de hengelsport goed te onderhouden. De kweekvijvers van
Amsterdam werden goed gebruikt hiervoor. De Heidemaatschappij had als taak om het aanbod
van pootgoed aan te bieden. Een bloeiende onderneming landelijk gezien. Het aanbod
betrof aal, snoek, karper en ook zeelt zoals u kan lezen in de Purmerender Courant .
Vischnieuws.
Naar men ons mededeelt ontving het bestuur van de Afdeeling “Purmerend”van den
Algemeenen Hengelaarsbond jl. Woensdag per bulletin bericht van het bestuur van
Afdeeling I te Amsterdam, dat er dien middag omstreeks 3 uur een hoeveelheid 2-jarige
“edelkarpers” en 2-jarige “masurische Zeelt” in de Purmerringvaart bij Purmerend
geplant zou worden.
Door een vertraging kwam de visch echter hier niet op tijd aan, doch eerst ’s avonds met
den trein van 6.20, zoodat het een prachtig schouwspel, om na de visch in het water te
hebben losgelaten, deze bij scholen aan de oppervlakte te zien komen, door de inmiddels
ingetreden duisternis verloren ging, wat zeer te betreuren is voor het bestuur van
Afdeeling I, dat zich ongeveer den geheelen dag disponibel stelde en daardoor dus ook een
dag moest verzuimen op het werk, mitsdien geen opoffering te groot achtte niet alleen,
maar bovendien ook zijn komen te staan voor een uitgaaf van f200,- aan visch, welke
laatste van de Heide- Maatschappij betrokken werd.
Jammer is het ook dat niet alle leden van de Afdeeling “Purmerend” bijtijds bericht
konden worden, omdat het voor ieder beoefenaar van den hengelsport een onvergetelijke
oogenblik is een en ander bij te wonen, immers het is om te watertanden deze prachtige
visch, vooral de karpers, bij het licht van een paar lantaarns te zien springen in de kuipen
waarin ze aangevoerd werden.
Na afloop hiervan ging het gezelschap naar het bondscafé van den heer Brommersma
alhier, alwaar hun een glas wijn werd aangeboden en waar door den Voorzitter van den
Afdeeling “Purmerend” den heer C.Grandadam, in zeer toepasselijke woorden hulde en
dank werd bracht aan het bestuur van afdeeling I, dat zich zooveel moeite en opoffering
getroostte om den vischstand in onze binnenwateren te verrijken en te verbeteren, temeer
waar zulks geschiedt nabij Purmerend
Hierna nam de Voorzitter van Afdeeling I, de heer De Vries het woord en bedankte voor
de hulde zijn bestuur toegebracht en vergat ook niet even aan te roeren de aangename
verstand- houding tusschen Afdeeling I en de Afdeeling “Purmerend, welke niet anders
dan goede resultaten voor beide zal kunnen opleveren. Nu wij deze voor de hengelsport
gewichtige gebeurtenis langs deze weg onder de aandacht vooral onze sportbroeders
brengen, is het te hopen dat alle beoefenaars van de hengelsport zich zoo spoedig mogelijk
bij de Afdeeling “Purmerend” zullen aansluiten, waardoor zij den bond krachtig steunen
en daardoor voorkomen dat zij niet langer behoeven te denken bij elke vischje dat door
hen gevangen wordt: “die visch heeft de bond voor mij betaald”. Men vergete toch niet
dat alles wat door den bond gedaan wordt, geschied om den vischstand in onze wateren
te verbeteren; laat dus niets u langer weerhouden als lid toe te treden.
Er werd veel jonge vis geïmporteerd uit andere landen, wat geen probleem gaf. Het overbrengen
van ziektes was toen niet ter sprake. Het kleurverschil van de zeelt kan dus veroorzaakt zijn
door kruising van de inheemse zeelt en de “masurische zeelt.
Siem Band kampioen 1946
De hengelsportvereniging Afdeling XIPurmerend poseert aan het Noord Hollands kanaal in 1946 tijdens de finale wedstrijd om het
kampioensschap van de club.
Van links naar rechts staand;
IJsbrand Edel, Klaas Dobber, Corneman (politieagent), Jakob Beukenkamp, Cor
Beukenkamp, B. Brand, Rem Mol en Siem Oortwijn
gehurkt;
Bakker, Jaap Nat , Boom, Siem Band, een onbekende, Henk Honijk en Henk van der Brink
Een veel gefotografeerd plekje in de Where. Geen herkenning meer van dit stukje Purmerend.
De opscheping van Moerbeek, ja, dat herinnert men zich wel. De augurken-loodsen van Prins
aan de overkant. Het is niet zo lang geleden, 1970 stond dit alles er nog.
1980, een andere lichting sportvissers van de Afdeling XI Purmerend
100 jaar
hengelsportvereniging
Afdeling XI-Purmerend
Vol trots kunnen we deze mijlpaal aan de historie van Purmerend bijschrijven. Veel
verenigingen die de eer hebben om 100 jaar te halen, maken dan ook dankbaar gebruik om dit
met zoveel mogelijk mensen te vieren. Is het dan niet prachtig om dit via een boek allemaal
vast te leggen.
Er is al heel veel geschreven over de geschiedenis van het vissen in het algemeen. Over de
manier van vissen, het materiaal wat men gebruikte, maar ook over het vermaak tijdens het
vissen. Begin 1900 begon men het sportieve element ervan te waarderen en was het vangen
niet bij iedereen de noodzaak ervan. Het consumeren van vis was vóór 1900 het belangrijkste
om vis te vangen.
Allereerst is het belangrijk om te weten hoe de
eerste bewoning in Waterland en Purmerend is ontstaan. Daarmee werden er visrechten
verpacht aan vissers. Deze visrechten spelen een belangrijke rol bij diverse historische
gebeurtenissen van Purmerend. Daarbij spelen de drie polders om Purmerend een grote rol.
De visserij en Purmerend heeft veel met elkaar te maken, al zou je dat nu niet meer zeggen.
De oorsprong van Purmerend lag aan de Where. De Where was een verbinding tussen het
Beemstermeer en het Purmermeer. Deze twee meren hadden een open verbinding met het
zoute water van de Zuiderzee via de Purmer Ee. Rond 1200 waren de eerste tekenen van
bewoning door vissers en boeren. Een aantal steden kr
egen het Privilege en begon het aantal
inwoners te groeien. Zo’n 30000 inwoners bevonden zich toen in heel Noord Holland.
Eigenlijk begon Purmerend een kleine rol van betekenis te krijgen aan het begin van de 15e
eeuw. Het kon ook niet anders dat de visserij een bepalende rol zou gaan betekenen in de
historie van Purmerend. Het begin van het bestaan voordat ze stadsrechten kreeg, zal zeer
bescheiden zijn. Er is heel weinig over bekend. Een aantal summiere kaarten zijn die bekend
uit die periode laten zien hoeveel water er om het dorp van toen lag. Wat wel redelijk bekend
is, dat er een verhoging lag tussen de Beemstermeer en de Purmermeer die samen een
verbinding hadden via het riviertje de Where. Deze verbinding was een belangrijke
verbinding voor de visserij. Temeer omdat het Purmermeer een open verbinding had met de
Purmer Ee en de Zuiderzee. Je kunt dit goed zien op de kaart van Joost Beeldsnijder. De
eerste nederzetting lag waarschijnlijk tegen het Purmermeer en werd bevolkt door vissers.
Deze vissers maakten gebruik van de Where omdat deze door de eb en vloed beweging een
stroming waar heel veel vis te vinden was. Er was een balans tussen zout en zoet water naar
brak water. Men ving in die tijd veel snoek en aal in de fuiken.
Een afbeelding van het slot “Purmerstein” uit de 16e eeuw, bekeken vanaf de Westerstraat.
Ook hier staat een visser die wat probeert te vangen in de slotgracht.
Erg fris en schoon water zal deze gracht niet hebben. Het waren vaak de riolen van de stad.
Het slot werd door Willem Eggert gebouwd toen ze stadsrechten kreeg van graaf Willem VI.
Een prachtig en waardevol viswater was het in het begin van het bestaan van Purmerend. De
Where, die in het verleden op vele wijze geschreven werd, dankt haar naam waarschijnlijk
aan het woord “werre”. De betekenis van het woord is, een in ruim water afgeschutte
visplaats.
Het ontstaan van het visrecht in Purmerend en Waterland
In het grote Waterland was vis genoeg te vangen en er waren heel veel beroepsvissers in de
dorpen te vinden. In de middeleeuwen was deze omgeving vooral bekend om de haringvangst,
aalvisserij en zelfs de walvisvangst. De Rijp en Jisp hebben een rijke historie van
walvisvaarders en zelfs Purmerend had bewoners die op walvissen joegen. In het begin van
het bestaan van Purmerend was ze belangrijk door de visvangst.
Op een van de o udste wapens van Purmerend is een kogge
met roeiende mensen te zien. Het wapen van Purmerend met de drie weerhaken in de vlag
symboliseert het feit dat er veel water om Purmerend lag. De visserij was een grote bron van
inkomsten voor de bewoners van die tijd. Het bestaan van Purmerend als stad heeft de
bewoners van nu hieraan te danken.
(eigen collectie)
Veel oude prenten van de 17e en de 18e eeuw worden met het leven uit die tijd zichtbaar, heel
vaak met vissers aan de waterkant. De prent links is uit de 19e eeuw.
Deze henge laar zit rustig te vissen aan de waterkant om
een visje te verschalken. Lekker een fles drank erbij en genieten van dat moment. Alleen deed
hij dat op de zondag, dat kon hij beter niet doen want de kerkgangers verzochten zijn tijd
nuttiger te besteden en de kerk te bezoeken.
Op deze kinderprent van het Prentenmagazijn voor het Nederlandsche Volk wordt ook al
vertelt dat sterke drank niet goed is en vertelt men, wat wel goed is. J.Schuitemaker te
Purmerende produceerde de prent in de 19e eeuw.
Het begin van het bestaan van Purmerend voordat ze stadsrechten kreeg, is zeer bescheiden.
Er is heel weinig over bekend en de eerste tekenen van een bestaan dateren uit de 13e eeuw.
Een aantal summiere kaarten zijn bekend uit de 16e eeuw. De eerste bewoning vond plaats
langs de Where en het Purmermeer. Vooral de Where was een waardevol bezit. Deze
verbinding was een belangrijke verbinding voor de visserij. Temeer omdat het Purmermeer
een open verbinding had met de Purmer Ee en de Zuiderzee. Je kunt dit goed zien op de kaart
van Joost Beeldsnijder. De eerste nederzetting lag waarschijnlijk tegen het Purmermeer en
werd voornamelijk bevolkt door vissers. Een zeer zware storm in de 13e eeuw heeft het dorp
Purmer verwoest en de bewoners moesten vluchten voor het oprukkende water van het
Purmermeer en zochten hun heil op een hoger gelegen veenbult. Ook begon men in te zien dat
dit niet langer zo kon. Om een veiliger omgeving te krijgen begon men dijken op te richten
tegen het water van de Zuiderzee.
Een afbeelding van Noord Holland rond 1350, voordat
Purmerend stadsrechten had. Je kan op de kaart wel zien dat er erg veel water om het dorp
lag. Een open verbinding via de Purmer Ee en het IJ zorgde voor veel beweging van het water
en land. Eb en vloed samen met de stormen die waterland regelmatig teisterden, nam veel
land tot zich. Als je de kaart van Noord Holland er nu naast legt, kan je zien dat er erg veel
verandert is in 650 jaar.
Visrechten in Purmerend
Vissers maakten gebruik van de Where omdat deze door de eb en vloed beweging een
stroming waar heel veel vis te vinden was. Er was een balans tussen zout en zoet water naar
brak water. Men ving in die tijd veel karper, snoek en aal in de fuiken. De Where was een
prachtig en waardevol viswater en bepalend voor het begin van het bestaan van Purmerend
Nu nog steeds is de Where een prachtig viswater. De naam Where, die in het verleden op vele
wijze geschreven werd, dankt haar naam waarschijnlijk aan het woord “werre”. De betekenis
van het woord is; een in ruim water afgeschutte visplaats.
Eerste pachter van visrechten in Purmerend Claes Claeszoon
Dat het een prachtig en waardevol viswater was, kan je concluderen uit het feit, dat het een
hoge pacht opbracht voor de graaf. In 1389 bracht het 227 pond op, een enorm bedrag voor
die tijd. Niet vreemd was het, toen graaf Willem VI de heerlijkheidsrechten van Purmerend
aan Willem Eggert overdroeg, maar het visrecht van de Where voor zichzelf hield.
De eerste pachter van het visrecht die te vinden is in het archief, was Claes Claeszoon. De
sluis die toegang gaf om vanaf het Purmermeer naar de Where af te zakken, kreeg in 1391 de
naam van Claes Claeszoon. Helaas is van deze sluis niets meer terug te vinden. Wel is hier
mee het begin van de kostbare visrechten gestart.
Visrechten in het jaar 1601 vertelt door J. Mens ”Waterland”
Deze schrijver van de Beemster heeft een aantal boeken geschreven over de historie van
Amsterdam, West Friesland en deze omgeving. Hij kon op een prachtige manier de
geschiedenis in een mooie beleving vertellen. Als je zijn boeken leest, kon je jezelf zo in die
tijd verplaatsen. Het boek geeft een mooie beschrijving hoe het in de 17e eeuw zich voordeed
bij het droogmaken van de Beemster.
Jan Adriaanszoon Leegwater met meetinstrumenten in de hand,
was een onvermoeibare man die geheel eigenzinnig de rijke heren van Amsterdam wist te
overtuigen van het nut om de Beemster droog te maken en daar veel geld in te stoppen. Zijn
visie van het droogmaken van deze grote meren, hij had immers de Beemster, maar ook de
Purmer en de Wormer drooggemaakt, heeft de ommekeer van Purmerend als vissersdorp
naar een echte marktstad helemaal gemaakt. Men gaat steeds meer inzien dat deze
molenbouwer veel meer in zich had wat toentertijd niet zo gewaardeerd werd.
“Jan Adriaanszoon Leegwater”
Een grote naam als Jan Adriaanszoon Leegwater, die met het idee kwam om het grote meer
naast Purmerend te omdijken en met een 20 tal molens het water uit de Beemster te malen.
Dat het niet allemaal zonder slag of stoot ging, kan men rustig aannemen. Er kwamen
natuurlijk vele problemen die opgelost dienden te worden. Er moesten goede afspraken
gemaakt worden en veel geld op tafel gelegd te worden om het plan te realiseren. Een
aantal rijke kooplui uit Amsterdam werden bereid gevonden om in het plan veel geld te
steken. Een van de problemen waarmee men te maken kreeg, was de visrechten van dit
water.
Jan Mens zegt in het oud Hollands o.a.
“De Ridderschap, Edelen en Steden van Holland en West Friesland, representeerde de
Staen van denzelven lande doen te weten, dat wij ten verzoeke van den Heer Lamoraal,
Prins Van Gaveren etc., ten zijnen behoeve in deselfs presentie door onze gecommitteerden
binnen de stad Alckmaer verkocht ten hebben en verkoopen bij deezen aan Mr. Adriaen
Teding van Berckhout den erfpacht en profijten der visscherijen en sluizen van den Weeren
met toebehooren, zoo die gelegen zijn te Purmerende…”.
Neen, dat was lang geen slechte dag, toen Mr. Adriaen Teding van Berckhout voor een
civiel prijsje dit Recht verwierf….
Langzaam, zin na zin spellend als zit er een hemelssmaak aan, leest hij het lange stuk door,
leest sommige passages nog eens over en vouwt het zorgzaam toe. Zuinig bewaren, dit
kostbare schriftuur. Het kan nog wel eens te pas komen, wie weet…. Want als de geruchten
juist zijn, als een sociëteit van Amsterdamsche Heren het plan koestert de Beemster droog
te malen, dan zou het heel goed kunnen gebeuren dat dit document nog eens ter tafel zal
moeten komen…. Berckhout zakt achterover in de groenbeklede zetel, zijn hoofd steunt in
zijn hand. Hij peinst: Sinds 1601 bezit hij nu het Recht tot visserij op den Weeren, het water
tussen de Beemster en de Purmer. En het heeft hem, met Gods hulp, een slordige duit
opgebracht. Niet dat hij zelf de aal en de karper heeft gevangen — aan verpachtingen en
heeft hij dat geld opgehaald.
De Beemster nog net niet droog, een enorm meer waar vele stukken dijk opgeworpen werden
en tientallen molens gebouwd werden. I n 1612 was het dan zover en kon men het land gaan
verkavelen in een beroemd patroon van vaste maten.
Als nu de Beemster droog valt, is het uit met de visserij. En dan is het gelijk tijd om een
stevige schadeloosstelling te eisen… Of misschien hoeft hij niets te eisen, misschien willen
de Heren bedijkers de zaak in der minne beschikken en hem ongevraagd behoorlijk
contentement doen… Tja ja, behoorlijk contentement. Mr. Adriaen Teding van Berckhout
strijkt met de hand over zijn grijze haren, hij peinst: Als hij eens naar Amsterdam ging, en
een van de Heren kooplieden probeerde te polsen? Misschien valt er nog wat te braden, het
geld ligt toch voor het opscheppen…. Ja, dat is het beste: communicatie met de bedijkers,
en vooral blijk geven van goede wil—- daar bereik je in deze tijd het meeste mee. Het zijn
machtige Heren daar in Amsterdam, en nog machtiger zijn hun vrienden in de Staten. Zo
zien te schipperen dat de betaalde koop misgaders de uitgeschoten penningen gekwitterd
worden, en daarboven een schadeloosstelling… Mr. Teding van Berckhout legt het
kostbare stuk voorzichtig op de stapel, bindt er zorgvuldig een bandje om. Ja, hij gaat naar
Amsterdam, hij gaat poolshoogte nemen. Misschien is het mogelijk óók een gokje te wagen
in de bedijking— Als zulke gehaaide kooplieden als de Amsterdammers er iets in zien, dan
kan hij het wel eens wagen… Langzaam komt hij uit zijn zetel, sloft op zijn muilen naar de
kast en bergt de akten in een geheime lade. Krr! zegt de sleutel…
Uit dit verhaal blijkt maar weer dat het visrecht van de Where in 1600 van grote waarde was
en daarmee ook volop gespeculeerd werd. Grote bedragen ging met de verpachting gemoeid.
En voor Purmerend was het niet afgelopen met de visrechten van de Beemster. Zo werd er in
1657 een akkoord gemaakt tussen Purmerend en “het nieuwe land” de Beemster. Dit akkoord
wordt verder in het boek beschreven.
Verslag uit het boek West-Nederlandsche Veenplassen van J Trouw.
Purmerend van visserijstad naar landbouwstad. De meren Beemster, Purmer en Wormer zijn
tussen 1612 en 1626 drooggemaakt. De enorme afkalving van de veenbodems door het
oprukkende water door stormen en stroming, heeft het Hollandsch Noorderkwartier besloten
om dit tegen te houden. Het gevaar dat buurten, dorpen, de stad Purmerend en eigenlijk de
hele omgeving verzwolgen dreigt te worden door het water, kreeg Jan Adriaanszoon
Leegwater ( timmerman) de opdracht om hier iets aan te doen. De ervaring van kleinere
droogmakerijen kwam goed van pas en na veel onderzoeken was hij vast van plan de
Waterwolf te verslaan. Als eerste werd het Beemstermeer aangepakt en werden dijken
aangelegd met een ringsloot. Ook werd gestart met het bouwen van molens om het meer leeg
te malen. De plannen waren al voor 1600 gemaakt, maar pas in 1612 was het viel de Beemster
droog en kon men het land gaan ontginnen. Deze grote polder betekende ruim 7000 hectare
landwinst, maar men raakte ook evenzoveel rijk viswater kwijt. Ook de Purmer en de Wormer
werd op bijna dezelfde wijze drooggemaakt.
Op dit kaartje van Kuiper is goed te zien dat
Purmerend niet meer tussen water ligt, maar geheel tussen drooggemaakte polder.De
beroemde Kuiperatlas van 1869 heeft veel plattegronden van Purmerend en omgeving. Op het
Kuiperkaartje van de Beemster uit 1869 zie je dat er een ringvaart om de Beemster ligt en
deze ringvaart heeft voor Purmerend geleid tot een afspraak over de visrechten in 1657.
De Beemster, de Purmer en de Wijde Wormer. Wat eens belangrijk was voor de visserij, werd
vervangen door landbouw en veeteelt. De visserij werd een achteruit geschoven onderdeel van
Purmerend. Het aantal verschillende markten groeide enorm na 1630. Het betekende voor
Purmerend ook dat ze niet meer veilig was als er oorlog uitbrak.
De visserij moest plaatsmaken voor landbouw en veeteelt. Dat Jan Adriaanszoon Leegwater
zijn werk goed gedaan heeft, bleek wel dat de overstromingen die Waterland nadien gekend
heeft. De dijken van de droogmakerijen hebben het altijd gehouden.
Al met al betekende dit voor Purmerend enorm veel. Eerst lag Purmerend heel strategisch
tussen de meren in, waardoor men tol moest betalen om Purmerend te passeren, was het na
1626 geheel over. Een nieuwe inslag voor de economie en ontstonden er veel nieuwe
markten. Dit is goed te zien op de plattegronden uit die periode, de Kaasmarckt, de
Ossenmarckt, enz. Het betekende voor Purmerend ook dat de bescherming van de stad
gewaarborgd moest zijn.
Op deze kaart van Joan Bleau die gemaakt is
voor 1650 is de eerste stadswallen met een gracht te zien. Het slot Purmersteijn ziet u aan de
onderkant van de prent. Een goed beveiligde stad door haar stadswallen was voor Purmerend
een goede bron van tolgelden, omdat men alleen via de vijf poorten die Purmerend op dat
moment bezat, kon binnen treden.
Na 1645 is men de stad gaan uitbreiden aan de zuidoost hoek van de stad. Deze vorm van het
oude stadscentrum is nog steeds te zien doordat de stadsgracht nog steeds aanwezig is. Het
gedeelte van onderkant van deze prent bestaat nog steeds.
Deze zeer gedetailleerde prent van F de Wit
laat goed zien hoe Purmerend er in 1680 uitzag, heel veel grachten en sloten waren er te
vinden. De Westerstraat, Nieuwstraat, Gedempte Where en de Gedempte Singel zijn wel de
meest bekende grachten die in de loop van 125 jaar gedempt zijn. Door het droogmaken van
de meren om Purmerend heeft dat veel gevolgen gehad voor de visserij. De visrechten kregen
veel aandacht en werd met goede contracten vastgelegd.
Uit dit De contracten over dit visrecht zijn heel goed beschreven in het boek
Bedijking Opkomst en Bloei van de Beemster, geschreven door J Schuitemaker te
Purmerend.
contract, welke opgemaakt is op 14 februari 1657, blijkt dat er een recht op het
vissen was (of is) in de Beemster en in de Beemsterringvaart.
“Accoord tusschen de Stad Purmerende en de Beemster nopende het visschen in de
gemeente De Beemster en de omliggende Ringsloot van dien.
“Alzoo tusschen de Heeren Burgemeesteren en Vroedschappen van de Stad
Purmerende voor hunne ingezetene ter eenre, en de Heren Hoofd-Ingelanden,
Dijkgraaf en Hooge Heemraden van de Beemster ter andere zijde die differenten
waren ontstaan, nopende het visschen in de Beemster en de Ringsloot vandien,
waarover door dezelve Heeren van Purmerende twee distinte mandenmaker van
manifectur waren geligt, het eene aangaande het visschen in de Ringsloot, het
andere belangende het visschen binnen de Ringdijk, en daaruit niet anders dan vele
onheilen en feitelijkheden waren tegemoet te zien tot nadeel zoo van de eene als van
de andere partij; zoo zijn de gedeputeerde van de gemelde wederzijdsche partijen,
door tusschenspreken van den Heer Mr Francois Riggen, Raadsheer in den Hogen
Raad van Holland , in minnelijkheid tot wederligging van alle disputen en
onenigheid verdragen en geaccordeerd op approbatie van hunne respectieve
principale in deze voegen, namelijk;
dat die van Purmerende voor hunne ingezetene voortaan zullen hebben de vrijheid
om van Draaioord voorbij Purmerende, west op tot aan het zuydend van den
Wormerweg toe, te mogen visschen in de Ringsloot met allerhande loopend want
onder restitutie van de Heeren van de Beemster alreede gemaakt of nog te maken
tegen het onbehoorlijk visschen, en speciaal zonder schade te doen aan den
Ringdijk, schoeiingen en rietwallen van dien, zulks dat, wanneer de Heeren HoofdIngelanden voornoemd de Ringsloot komen te verpachten, hetzelve
“Waarmede ten volle casseren, dood en te niet zullen zijn alle verdere pretensiën
van de voornoemde Heeren van purmerende en ingezetenen van dien, zoo
belangende het visschen binnen den Ringdijk van den Beemster, als aangaande
dezelve Ringsloot; dienvolgens ook in cas van approbatie, partij wederzijds
wederom gesteld in buuren in vorigen staatvan onderhouding van goede
vriendschap wederzijds, en voortaan van wederzijden zoeken te vermijden alle
verdere onlusten, maar integendeel helpen bevorderen ieders goed regt en
welvaart.
“in oorkonde hiervan gemaakt twee gelijkluidende instrumenten door
gecommitteerden van wederzijden, op approbatie als voren van hunne respective
principalen onderteekend.
“Actum Amsterdam 30 december 1656
“Wij burgemeesteren en Vroedschappen der Stede Purmerende, gezien en
feexamineerd hebbende het provisioneel accoord hierboven staande, hebben na
deliberatie hetzelve bij resolutie van den 14 januari l.l. geapprobeerd, gelijk wij het
approberen bij dezen, belovende dien volgende voor ons en onze nakomelingen in
officio het voornoemde accoord opregtelijk en trouwelijk te onderhouden en doen
onderhouden zonder arg of list. Te oorkonde dezen door onzen Secretaris doen
teekenen.
“ Op het Raadhuis te Purmerende, 14 februari 1657.
Ter ordonnantie van Burg” en Vroedschappen voornoemd.
G. Schot, Secretaris
(Nog lager:)
“Het vornestaande accoord bij de Heeren Hoofd-Ingelanden, Dijkgraaf en Hooge
Heemraden van de Beemster gezien en geëxamineerd, is bij dezelve na deliberatie
en geratificeerd bij dezen, belovende van hunne zijde en van waarde. In oorkonde is
deze ter presentie en ten overstaan van den Heer Dijkgraaf Dirck van Oss, Abraham
Alewijn en Jan Loten, die nevens den Heer Burg” Gerard Schaep, Heer van Kortehoef
rn Dr. Petrus Clock, dewelke door noodige belet is absent gebleven, bij resolutien
van de gemelde Heeren Hoofd-Ingelanden, te dato den 6. dezer maand, specialijk tot
uitwisselingvan de ratificatie zijn gecommitteerd en geautoriseerd bij den
Secretaris van de Beemster.
Actum Purmerende 14 februari 1657
Hendrik Fransen,
Secretaris
Geldt dit recht nog steeds?
Gebruik maken van dit visrecht was aanleiding van sportvissers om dit te laten uitzoeken door
de gemeente Purmerend wat de waarde na 350 jaar nog is. Om dit te weten, is het nodig uit te
zoeken wat de waarde deze tijd is van een Heerlijkheid. Tot op de dag van vandaag wordt dit
recht nog steeds herinnert als een recht waarvan sommige inwoners van Purmerend, alleen die
Purmerend, meent er gebruik van mag maken. Purmerend heeft een groot offer gebracht als
het gaat om het rijke viswater welke om Purmerend lag toen de meren drooggemaakt werden.
Een relatief klein visrecht werd er daarna afgesproken door de Burgemeester en
Vroedschappen van Purmerend en Beemster.

  1. Wedstrijden en organisatie
    Men begon steeds meer in wedstrijdverband de hengelsport te bedrijven en kon je in ieder
    dorp of stad vele groepjes langs de waterkant vinden die zoveel mogelijk witvis of baarzen
    probeerde te vangen. De materiaal waar mee gevist werd, verbeterde steeds meer en kon men
    daarmee ook de vangsten verbeteren. Het gevolg hiervan was dat de visstand achteruit holde,
    want er werd van alles meegenomen. Het aantal hengelaars werden er steeds meer. Het
    sportvissen werd een rage. Hierdoor ontstonden ook steeds meer onregelmatigheden langs de
    waterkant want naast het vissen van onderlinge wedstrijden, was het vaak behoorlijk
    rumoerig. Het vissen vond plaats onder alle lagen van de bevolking. Ook was er een flink
    drankgebruik tijdens de wedstrijden en de prijsuitreiking gebeurde bijna altijd in het café, dus
    ging men vaak door met drinken. De klachten van de overlast was een van de redenen om
    zich te gaan organiseren en een reglement op te stellen voor, tijdens en na de viswedstrijd.
    Toen de hengelaars nadachten tijdens de onderlinge viswedstrijden ( ook wel viscolleges
    genoemd) over de mogelijkheden om sterker voor de dag te komen, ontstonden de eerste
    visgroepen die in verenigingsverband gingen optreden. Mede hierdoor werden de
    hengelrechten werden steeds strenger gemaakt en vormde dit voor de sportvisserij een grote
    bedreiging. Belangrijk was dan ook dat er een goed georganiseerde, landelijk orgaan
    overkoepelend ging werken.
    Op deze foto staat een groep baarsvissers uit Westgraftdijk, links staat een controleur met de
    toeter en rechts de man die notuleert. Het dorp telde rond 1925 een kleine 500 inwoners en
    wist toch een grote groep sportvissers aan de waterkant te krijgen. Iedere stad of dorp had een
    of meerdere hengelsportverenigingen.
  2. Visserijwetgeving in Nederland en de oprichting van de hengelsportverenigingen in
    Purmerend
    De visserijwetgeving van de binnenwateren in Nederland trad op 6 oktober 1908 in werking.
    Het gaf aan dat er behoefte was voor het oprichten van een landelijke organisatie. Uiteindelijk
    werd dan ook op 11 februari 1906 de Algemeene Hengelaars Bond gesticht. Met deze
    Algemeene Hengelaars Bond ontstonden ook de vele verenigingen in Nederland. Enig
    structuur begon hiermee te ontstaan. Zo ook de hengelsportvereniging Afdeling XIPurmerend.
    Hengelsportverenigingen
    Afdeling XI en Visclub “Vischlust”
    Landelijk ontstonden vele hengelsportverenigingen, waaronder ook de Hengelsportvereniging
    Afdeling XI-Purmerend. Zij is opgericht op 1 juli 1909. Een vereniging voor het “gewone”
    volk van Purmerend. De hengelsportvereniging Afdeling XI-Purmerend werd dus in 1909
    opgericht, maar er was al eerder een visclub opgericht in Purmerend, namelijk de
    visvereniging “ Vischlust”.
    Links het vaandel mocht even op de foto genomen worden in de achtertuin. Het vaandel is een
    van de weinige voorwerpen die nog herinnert uit die tijd. Met een vaandel druk je
    saamhorigheid uit, je idealen wellicht – iets dat verre uitstijgt boven het wel en wee van de
    afzonderlijke leden. Je staat daarom als één man achter het vaandel. De elfde afdeling van de
    Algemeene Hengelaars Bond te Purmerend. De waarde, was vooral in die tijd een belangrijk
    wapen in de strijd van de grote wedstrijden, erg hoog. Niettemin kan men trots zijn dat het
    vaandel er nog is, want de vereniging is momenteel groter dan ooit. Links is het vaandel van
    de opgeheven visclub ”Vischlust” te zien. Ze is te vinden in het museum.
    “Vischclub Vischlust”
    Deze werd opgericht op 1 oktober 1903, zij was meer voor de elite bevolking van Purmerend.
    Ze bestond voornamelijk uit zelfstandige eigen baasjes, winkeliers en belangrijke personen
    die van vissen hielden. Deze visvereniging kwam rond 1960 bijeen in café “De Roemer“ van
    Arie van de Nes aan de Weerwal. Zij hielden wedstrijden voor volwassenen en
    jeugdwedstrijden in de Where ter hoogte van de Weerwal en de Achterdijk.
    De vereniging bestaat waarschijnlijk nog steeds als een kleine baarscollege die niet of
    nauwelijks nog van zich laat spreken.
    Deze foto werd gemaakt ter gelegenheid van het 100 jaar onafhankelijkheid en de stichting
    van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813. Vischclub “Vischlust” (foto Purmerends
    Museum.) Ik vermelde al dat deze vischclub voor heren en ondernemers uit Purmerend
    bestemd was, op de foto is dat heel goed te zien door de nette pakken die men hier draagt.
    Hengelsportvereniging AfdelingXI-Purmerend
    Op 1 juli 1909 werd een tweede vereniging opgericht, namelijk de hengelsportvereniging
    Afdeling XI-Purmerend. De behoefte was hard nodig. De concurrentie onderling tussen de
    verenigingen was groot. De populariteit steeg enorm, want het vissen in wedstrijdverband
    werd steeds groter en fanatieker. Ook ontstonden steeds meer hengelsportverenigingen in de
    regio. Vooral het Noord-Hollands kanaal was verschrikkelijk populair bij de vissers. Een
    aantal jaren, zal ik de revue laten passeren, die voor de hengelsportvereniging Afdeling XIPurmerend belangrijk waren.
    1 juli 1909
    Hengelen, visschen, bah! wat een vervelend, eentonig werk; wat is daar nu aan, hooren we
    menig lezer al zeggen. Zeer zeker is het oogenschijnlijk voor velen een vervelend werk, maar
    voor menigeen ook een waar genot, om daar uren achtereen naar een dobber te staan kijken.
    Doch dat zich voor deze edele sport nog honderden interesseerden, bewijst wel het feit, dat
    iedere week weer menigtal des zaterdagsavonds en ’s nachts overvolle boten met hengelaars
    naar het Noordollandsch kanaal (Purmerend, Watergang en Schouw, enz.) alsmede naar
    Aalsmeer enz,. vertrekken. Wij overdrijven niet, wanneer wij zeggen, dat dan op zijn minst’
    een drieduizend visschers trachten een karper, baars of snoek trachten te verschalken. Ja, zij
    “trachten”, want ziet men de heeren visschers des zondags huiswaarts keeren, lang niet altijd
    verneemt men iets van den buit. Doch al vangen ze niets, telkens trekken ze er weer met
    frisschen moed op uit. Deze foto en tekst dateert van 1909 op drie juli !!!
    De vereniging werd opgericht door een aantal leden uit Purmerend en melden zich bij de
    Algemeene Hengelaars Bond. Van de beginperiode is heel weinig bekend, alleen het vaandel
    waar de oprichtingsdatum staat te lezen zou van die datum kunnen zijn. Een mooi en
    opvallend vaandel die te voorschijn kwam bij officiële wedstrijden. Dat het baarsvissen
    populair was, blijkt wel dat er veel publiciteit aan gegeven werd. Voor het sportvissen was het
    goed om veel publiciteit te krijgen, vooral om het imago van de hengelsport te verbeteren.
    Wat wel bekend is, waar de hengelsportvereniging Afdeling XI-Purmerend haar activiteiten
    hadden naast het baarsvissen. Het café “Visscherslust” aan de Kanaalschans was het café
    waar de hengelsportvereniging Afdeling XI-Purmerend in het begin van haar bestaan haar
    thuishaven had. De naam zegt het al een beetje, ze werd door de A.N.W.B. als een
    “Bondscafé” betiteld. Het café stond op de hoek van de Kanaalschans en de verlengde
    Nieuwstraat, ze bestaat niet meer en het pand is vervangen voor een woonhuis. De plek waar
    het café stond, heeft lange tijd gediend als opslag van steen voor de steenhouwer Kuijt.
    Op deze ansichtkaart van de Kanaalschans (niet Kanaalkade zoals vermeld staat op deze
    kaart) staat een visser langs de kant een hengeltje uit te gooien. Behoorlijk afgeleid door de
    fotograaf die de aandacht trekt voor de foto. Bij de eerste zichtbare boom was het café
    “Visscherslust” , het onderdak van hsv Afdeling XI-Purmerend in het begin van haar bestaan.
    In de Purmerender courant van 15 juni 1911 werd vermeld dat de eerste jaarvergadering van
    de afdeeling “Purmerend” van den Algemeene Hengelaarsbond haar eerste jaarvergadering
    hield. De afdeeling “Purmerend” was dus aangesloten bij de Algemeene Hengelaarsbond.
    Het verslag van de eerste jaarvergadering uit de krant luid als volgt:
    HENGELAARSBOND
    De afdeeling “Purmerend” van den Algemeenen Hengelaarsbond hield vrijdag j.l. hare eerste
    jaarlijksche algemeene vergadering onder leiding van den heer C.Provily.
    Na den opening en voorlezing der notulen welke werden goedgekeurd, werd ’t eerste
    jaarverslag uitgebracht, waaruit we vernamen, dat ’t ledental aanvankelijk ruim 60 leden
    bedraagt en de afdeeling zich verheugen mag in de sympathie van ’t grootste deel der
    ingezetenen ’t doel dat zij beoogt.
    Daarna werd door een der afgevaardigden naar den Bondsvergadering te Weesp, den heer C.
    Brommersma, verslag uitgebracht, waarvoor hij den dank der vergadering ontving.
    De rekening en verantwoording van den penningmeester, den heer C. Brommersma, nagezien
    door ’n commissie van drie leden, werd onder dankzegging voor ’t nauwkeurig beheer,
    goedgekeurd en vastgesteld met ’n saldo van ruim f 9,00.
    De volgens rooster aftredende bestuursleden, de heeren C.Grandadam, tweede voorzitter C.
    Brommersma, penningmeester, werden met algemeene stemmen op een na herkozen.
    Daarna bracht de tweede secretaris, de heer J.van den Berg,als afgevaardigde naar ’n
    vergadering uitgeschreven door de afdeeling “Amsterdam”, verslag uit, dat mede onder
    dankzegging door de vergadering werd goedgekeurd.
    Ten slotte werd goedgekeurd op Zondag 19 juni, a.s. ’n hengelwedstrijd voor baars te houden
    in ’t Noord-Hollandsch Kanaal bezuiden der groote sluis en uitsluitend voor de leden.
    De prijzen bestaan uit kunstvoorwerpen.
    ’t Inleggeld bedraagt 25 cents per deelnemer.
    Personen, die nog lid der afdeeling wenschen te worden, gelieven zich zoo spoedig mogelijk
    aan te melden bij de heer Brommersma of den bode Kos, waardoor hun gelegenheid gegeven
    wordt aan den wedstrijd deel te nemen.
    De contributie voor ’t lidmaatschap bedraagt minstens 50 cents per jaar; voor begunstigers f
    2,00.
    In den loop dezer week zal door den Bode ’n inteekenlijst aan de leden worden aangeboden
    voor deelneming, aan den wedstrijd, of aan hen die lid der afdeeling willen worden.
    Niets meer ter behandeling zijnde, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.
    Het bestuur van de afdeeling “Purmerend” bestond dus in 1911 uit: voorzitter C.Provily , 2e
    voorzitter C. Grandadam, penningmeester C. Brommersma, 2e secretaris J. van den Berg.
    Een ledental van 60 personen.
    De naam Afdeling XI- Purmerend komt hier nog niet voor, maar men kan aannemen dat ze de
    elfde vereniging van de Algemeene Hengelaarsbond was. De oprichters van de afdeeling
    “Purmerend” zijn de heren Provily, Brommersma en Grandadam . Het zijn bekende
    Purmerenders in het verenigingsleven.
    Een prachtige ansicht van Purmerend uit 1900 met de school op het Schoolplein. De
    Eensgezindheid aangemeerd aan de Kanaalschans en achter de boot was café “Visscherslust”
    van Cornelis Brommersma te vinden. Het was het Bondscafé van de hengelsportvereniging
    Afdeling XI-Purmerend bij de oprichting. Dat is jarenlang zo gebleven. Bij de grote
    concoursen kwamen van de sportvissers vele verenigingen uit de regio en vooral uit
    Amsterdam in grote getale naar de marktstad. De Eensgezindheid en andere passagiersboten
    werden ingezet om al de vissers hier te krijgen. Men spreekt dan ook van wedstrijden waar
    drie duizend (!!!) deelnemers waren. De hengelsport kende in die tijd een ongekende
    populariteit. Het Noord Hollandsch Kanaal was een geschikte water om zoveel deelnemers te
    plaatsen.
    De vele verslagen in het jonge bestaan van de vereniging geeft aan hoe populair de
    baarsvissen was. De organisatie landelijk was zo goed geregeld dat men er van bewust was
    dat, als men in de toekomst met net zoveel resultaat wilde blijven vangen, zich moest
    bezighouden met visuitzettingen in de wateren. Vooral via de Afdeeling I uit Amsterdam
    werd dit gedaan. De Algemeene Hengelaarsbond opereerde vanuit Amsterdam. Het archief is
    daar ook te vinden.
    1916
    Een rampjaar voor Purmerend en heel Waterland. In de nacht van 13 en 14 januari stormde
    het verschrikkelijk op de Zuiderzee. Doodtij en zware storm zorgde voor een aanslag op de
    Zuiderzeedijk. Ook de invloed van ongedierte ( ratten, muizen en mollen) zorgde voor
    verzwakking van de dijk. Diverse plekken aan de Zuiderzeedijk begaven het en vooral
    Waterland werd slachtoffer van het vele water wat binnenstroomde. Geleidelijk liep alles
    onder water. Hoe hoog het water kwam, men nog terugvinden onder de spoorbrug aan de
    Jaagweg en op de muur van de voormalie directeurswoning van de Hollandia-melkfabriek
    (tegenwoordig is het een boekhoud bureau) aan de Jaagweg. Maar liefst een meter boven het
    maaiveld kwam het water en werd het een totale watersnood.
    Hier zie het water over een weg stromen, het water links staat een halve meter hoger dan de
    rechterkant. Het damhek zal uiteindelijk helemaal onderwater verdwijnen. Op de achtergrond
    is nog net de kerkspits van Monnikendam te zien. Veel wegen dienen als dijken omdat ze
    hoger liggen dan het land. Slaperdijken en Luiendijken worden ze ook wel genoemd. Polders
    als de Purmer en de Beemster bleven bespaard van de watersnood.
    Noodzaak was dat de Zuiderzeedijk hersteld moest worden en vervolgens het overtollige
    water weer weg gepompt moest worden.
    Helaas kwam er veel vee om in het water. Vooral Marken werd zwaar getroffen door de
    watersnood, complete huizen werden weggespoeld en er vielen zelfs doden te betreuren. Geen
    eenvoudige klus en er moesten goede plannen gemaakt worden in korte tijd. Alles wat los lag
    werd weggespoeld door het water. Ontzettend veel wrakhout dreef in het stromende water.
    Vele huisraad ging verloren en ook het vee moest worden geëvacueerd. Alles werd
    gemobiliseerd om het in goede banen te leiden. Er mocht geen wanorde komen en hiervoor
    werd het leger gemobiliseerd om te helpen bij deze enorme ramp. Het eigendam moest
    beschermd worden voor zover als dat kon. Het uitbreken van besmettelijke ziekten stak de
    kop op en men moest ervoor zorgen dat de verdronken dieren zo snel mogelijk geruimd
    werden.
    In 1916 werd er veel aandacht geschonken aan deze ramp en werd er van alles gedaan om
    geld te verzamelen voor de slachtoffers. In het blad “Het Leven“ werd een omschrijving van
    visschen in troebel water gemaakt. De dieven zullen uiteindelijk wel achter het net visschen
    en opgepakt zijn.
    Doordat op meerdere plekken de dijk stuksloeg, kwam het water snel binnenstromen. Het
    gevolg was dat een enorm stuk land onder water kwam te staan. Ruim 13000 hectare land
    kwam blank te staan. In plaatsen als Volendam, Monnikendam, Ilpendam, Zaandam stond
    ruim een meter zout water. Ook Purmerend bleef niet gespaard en liep onder. Alleen de
    Kaasmarkt rond de kerk bleef droog, maar paniek was er niet direct want het water kwam
    langzaam hoger.
    Aan de Kanaalkade in Purmerend lag deze schuit die werd gebruikt om het vee uit de
    verdronken gebieden te transporteren naar droog gelegen plekken. Met man en macht werd
    gewerkt aan het veiligstellen van het vee. Al het ondergelopen land was niet meer geschikt
    voor het vee door het zoutgehalte.
    Wat allemaal zoetwater was, veranderde ineens in zoutwater. De wegen waren onbegaanbaar,
    het land was bedorven door het zoute water en men moest plannen maken om alles te
    herstellen. Begrijpelijk is natuurlijk dat deze ramp een doodsteek was voor de hengelsport. De
    aandacht moest nu gelegd worden om de mensen in nood te helpen, het vee te redden en het
    droogmaken van het land. Er werden kistdammen gemaakt en grote pompen zorgden ervoor
    dat het water via de kanalen en sloten werd afgevoerd naar open zee. Grote plannen waren er
    trouwens al want begin 1900 sprak men al over afsluiting en zelfs droogleggen van de
    Zuiderzee. Zoals men vaak zegt is hier het spreekwoord “Als het kalf verdronken is , dempt
    men de put” wel van toepassing. Het plan kwam echt in beeld na de grote ramp en werd er
    serieus aan de afsluiting gewerkt. Toch duurde het nog tot 1932 voordat het waarheid werd en
    de Afsluitdijk de grote verandering van de Zuiderzee gaf. Het IJsselmeer was geboren en
    veranderde langs van zout water naar brak water. Andere vissoorten vonden hun weg naar het
    IJsselmeer.
    Op deze foto wijst een Purmerender sportvisser naar de fotograaf dat ze op de foto gaan. Een
    verslag van de viswedstrijd volgt hierop. Vele groepen hengelaars, mannen en vrouwen,
    kwamen op deze wedstrijden af. Er viel grote prijzen te verdienen met zo’n wedstrijd. Met
    serieuze blikken liep men langs het Noord-Hollands kanaal, wat in die tijd nog mogelijk was,
    kon men hun plek opzoeken.
    1925
    De Centrale Collegiale Commissie heeft een grote baarswedstrijd georganiseerd voor de
    regio. Vele visverenigingen bezochten het Noord Hollandsche kanaal om te strijden voor de
    hoofdprijs van die dag. De hengelsportvereniging Afdeling XI-Purmerend was bij deze
    wedstrijd ook van de partij.
    ” De C.C.C. (voor wie niet bekend is in de visserswereld zij medegedeeld, dat C.C.C.
    betekent: Centrale Collegiale Commissie) organiseert voor de 10e maal een hengelwedstrijd.
    Het werd aan de boorden van het kanaal tussen Ilpendam en Purmerend een groot feest
    waaraan vele verenigingen deelnamen. Iedere club stuurde vier vrouwen en vier mannen.
    Natuurlijk werden vele medailles uitgeloofd en ook de Meerwaltbeker was een fel begeerd
    voorwerp”.
    De verschillende foto’s geeft een fraai beeld uit die tijd. Men ging met de hengel op pad naar
    de locatie en ging lekker zitten aan de waterkant.
    In die periode was de baarsvisserij een echte populaire volkssport en werd door de media veel
    aandacht aangegeven. Veel verenigingen zijn op deze manier in de publiciteit gekomen.
    Even meten op het plankje voor de maat. De baars zal tegen de maat aan gezeten hebben. Dit
    was uiteraard belangrijk voor de puntentelling.
    En zo werd er van een wedstrijd in Purmerend een groot verslag gemaakt door een journalist.
    Uiteraard werd er in die tijd ook heel goed gevangen, de verslagen kwamen altijd in de
    regionale kranten te staan. Aan de wedstrijd deden vele verenigingen mee en imponeerde
    vooral met hun vaandel.
    Een dame heeft een wormenbakje op de buik gesnoerd en blijft geconcentreerd vissen.
    De prachtige vaandels van de diverse verenigingen blijven fier overeind tijdens de wedstrijd.
    Op de onderstaande foto zie je het Noord Hollands kanaal. De plek waar hier gevist werd, is
    waarschijnlijk De Vurige Staart. De Jaagweg is aan de overkant te zien.
    De Amsterdamsche hengelaars komen naar Purmerend
    1940 – 1945
    Op de foto welke genomen was in 1945 tijdens de optocht van de bevrijding van de bezetters
    in Nederland, in de Vooruitstraat.
    Van links naar recht staan : D. Prins, Klaas
    Groot, Nierop, Piet Beets, C. Selier, Jaap de Vries, Rikus Swart met hoge hoed, Jan Heiloo, ,
    opa Jan de Vries, Auwel Prins aannemer uit de Vooruitstraat, Aris de Boer de schoenmaker en
    Rinus van de Velden met het schepnet in zijn handen. Jan Heiloo was een bekende
    Purmerender die vooral bij Purmersteijn jarenlang als controleur van kaartjes tijdens
    wedstrijden scheurde.
    Tijdens de donkere periode van de tweede wereldoorlog was het een kwestie van overleven.
    Niettemin ging het leven door en ook het (illegaal) vissen. De naam Kobus Selier kwam ik
    tegen in een boekje over hengelsport. Kobus Selier was secretaris van de hsv Afdeling XI
    Purmerend. Kobus en zoon Joop Selier woonde tijdens de oorlog aan de Purmerweg vlakbij
    de spoorwegovergang van de Where, waar de houtzaagmolen “De Burcht” van Brantjes
    stond.
    De grote optocht ging door heel Purmerend, ook door de nieuwbouw van die tijd. Op de foto
    rechts gaat de AHB over de Koemarkt. Er waren tientallen versierde wagens van allerlei
    verenigingen die deelnamen aan deze optocht.
    Hij was tijdens en na de 2e wereldoorlog
    jarenlang bestuurslid van de Hsv Afdeling XI Purmerend en in die tijd was Rikus Swart de
    voorzitter van deze vereniging. Beide staan op de foto van de optocht ter
    gelegenheid van de bevrijding van Nederland.
    Al snel ging Kobus Selier wedstrijden vissen in het Noord Hollandsch kanaal. Het betrof dan
    ook baarsvissen met onder andere Rikus Swart en Jan Heiloo.Ze liepen met een toeter om de
    wedstrijd te laten starten en te eindigen. Met grote regelmaat moest er gewisseld worden en
    liep je de kans je goede visstek kwijt te raken aan een buurman.
    Op de foto rechts rijdt men het Rode Dorp binnen, inmiddels verdwenen voor nieuwbou
    w. De telefoon centrale breidde flink uit en er
    werd volop kabels gelegd wat is te zien de vele kabelhaspels op de foto
    Het bevond zich tussen de Populierenstraat en de Wilhelminasingel
    Na afloop was er de prijsuitreiking en wat Joop Selier zich herinnerde was het na iedere
    wedstrijd het geval. Ook kregen ze een consumptie in het café van Nierop Begrijpelijk want
    het gebeurde in het Clubhuis van de hsv Afdeling XI Purmerend, bij Nierop aan de
    Neckerdijk. Tegenwoordig is Spijkerman de eigenaar van het hotel restaurant. Kobus Selier
    woonde later in het middelste stationshuisje aan de spoordijk bij de Purmerweg.
    Jan Heiloo woonde in de voorste van de drie. Dicht bij de Where en uiteraard hadden ze een
    roeiboot waarmee ze heel vaak gingen vissen. Kobus Selier ging steevast drie keer in de week
    te peuren in de Purmerringvaart en heeft dat tot het eind zijn leven volgehouden. Joop Selier
    vertelde dat de peurvergunning te verkrijgen was bij Wals in Den Ilp.
    Ook was het zo dat de peurvergunning niet meer uitgegeven werd en hij de laatste
    peurvergunning in zijn bezit had. Ieder die overleed was weer een vergunning minder om
    uitgegeven. Het waren dus vergunningen voor het leven. De aal die werd gevangen, werd zijn
    vrouw Alida schoongemaakt. Op zondag nodigde hij de familie uit naar Purmerend en werd
    de aal gezamenlijk genuttigd.
    Aan de Purmerweg tegenover de ijskastenfabriek van Tadema was het bedrijf van Weeling en
    Mobach gevestigd. Dit bedrijf was gespecialiseerd in het maken van roeiboten, honderden
    zijn er gemaakt. Joop Selier heeft bij dit bedrijf gewerkt en heeft verscheidene transporten van
    roeiboten gedaan. Hij bracht onder andere in Enschede bij hotels aan het water de roeiboten.
    Treinongeluk
    Op 14 december 1944 vroeg in de ochtend pleegde het Nederlandse Spoorwegpersoneel een
    verzetsdaad door de spoorbrug over de Where open te laten draaien. De Duitsers hadden uit
    voorzorg de locomotief aan de achterkant van de wagons geplaatst. Door de mist en het
    slechte zicht zag de machinist de openstaande brug te laat, met als gevolg dat een wagon te
    water ging.
    (In het boekje Purmerend in oorlogstijd staat dat de machinist, een buitenlander, werd misleid
    door de mist en daardoor niet op tijd kon remmen voor de geopende spoorbrug.) De trein was
    volgeladen met kazen enz. bestemd voor de Duitsche Weermacht. Kobus Selier woonde daar
    en zijn zoon vertelde mij dit verhaal. Kobus Selier zat op een gegeven moment te vissen met
    zijn zoon Joop en zag tot zijn verbazing dat de spoorbrug open stond. Het kon ook een actie
    zijn van het verzet in de 2e wereldoorlog Een tijdje later kwam de goederenstoomtrein uit
    Hoorn eraan en kon niet meer op tijd afremmen. Met een enorme klap stortte de locomotief
    met een aantal wagons de Where in. Jan Heiloo en zijn broer Wim konden goed zwemmen en
    maakten daar goed gebruik van door naar de wagons te zwemmen en een aantal grote kazen
    op het droge te krijgen. In plaats van vis werd er kaas gevangen. De buurt profiteerde gretig
    van de vangst. Er zat natuurlijk een groot risico aan vast want als de Duitse bezetters dit
    hadden gezien dan liep je het risico doodgeschoten te worden. s”Nachts ging men weer op
    onderzoek uit en werden er grote kazen uit de geopende deur gehaald. Met pikhaken uit de
    Gasfabriek kon men de kazen op het droge krijgen. Wim Zijp werkte op de Gasfabriek en
    vertelde dat de kazen niet lekker waren en droog smaakte.
    Het vissen was niet bepaalt een hobby maar ook een must om te eten. De aal die gevangen
    werd, heeft Kobus Selier bijna allemaal gerookt.
    De zoon van Kobus Selier heeft mij dit allemaal verteld en zei daarbij dat hijzelf als kind veel
    met zijn vader mee ging te vissen maar al snel het vissen verleerde. Hengelen aan de
    waterkant vond hijzelf maar niks en borg de hengels voorgoed op!
    De Ganzensloot met op de achtergrond de
    Hugo de Grootstraat. De jeugd aan het vissen, bijna op elkaar, maar met veel plezier.
    Waarom viste men zo graag?
    Vissen was goedkoop en het viswater lag voor de deur. Landelijk was de sportvisserij een
    rage aan het worden en het was een nieuwe manier van vermaak.
    Grote prijzen kon men winnen en het vissen op
    zich was nog leuk ook. Bovendien wist je nooit wat je ving en bracht dat veel spanning mee in
    de wedstrijd. Ieder stad of dorp had een of zelfs meerder visverenigingen, heel vaak ging men
    dan graag op de foto met de hele groep.
    De bewoners van Purmerend vonden in het vissen een vermakelijk tijdverdrijf met de nodige
    spanning. De strijdlust loog er ook niet om, want er werd ook om grote prijzen gevist. De vele
    verenigingen organiseerden dan ook grote wedstrijden langs het water. Het wedstrijdgebeuren
    bestond begin 1900 voornamelijk uit het vissen op baars en witvis met kleine hengels. Het
    Noord Hollandsche Kanaal was en is nog steeds een top locatie voor het wedstrijdvissen.
    Vooral vanuit Amsterdam kwamen de vissers het bij Purmerend hun goede vangsten te
    maken. Het vervoer over water ging per expresboten en waren vaak zaterdagsavonds al
    geregeld. Afgeladen met passagiers met aangepaste kledij voor het vissen, je moest op alles
    voorbereid zijn. Compleet met hengels en vismanden of zakken ging men de strijd aan! Een
    van de beroemde boten die van Amsterdam naar Purmerend vaarde, was de
    “Eensgezindheid”, ze heeft zeker vele sportvissers op de plaats bestemming gebracht. Ook in
    Purmerend werd fanatiek gevist.Vele wedstrijden werden beslecht in de Where. Zowel de
    jeugd als de volwassenen maakten gebruik van de oude Where om daar te vissen.
    Enkele van de bekende sluizen in deze omgeving vind je bijvoorbeeld nog langs het NoordHollands kanaal, het Jispersluisje.
    1981 -1987
    In het boek van de toenmalige penningmeester Wil Wakker van 1983 staan veel gegevens in
    te lezen.
    Van 1981, toen hij voor het eerst baarswedstrijden ging doen met de hsv Afd. XI, hield hij een
    waardevolle administratie bij.
    Deze eerste wedstrijd van hem werd gehouden aan de Oostervenne. meteen pakte hij de eerste
    prijs van die dag met maar liefst 39 baarzen. Zijn gegevens gaan door tot en met 1987.
    Veel bekende personen staan beschreven in de vele competities, namen zoals Henk Oudejans,
    Johan Blokdijk kom je nog dagelijks tegen bij de hsv Afd. XI.
    In deze periode begon de bloei van de vereniging te komen, de eerste clubbladen werden
    gemaakt, vergaderingen georganiseerd en schreef men de vereniging in bij de NVVS en de
    federatie Midden Noord Holland.
    Het werk aan de clubbladen deed men met veel enthousiasme, het was immers puur handwerk
    en geen computer kwam er aan te pas.
    Het knipwerk werd vooral gedaan door de vrouw van Wil Wakker.
    In een van de boeken staat dat een delegatie van drie personen naar een federatie vergadering
    zijn gegaan op 10-05-1983, waar gesproken werd over inbreng van eigen viswater.
    Geadviseerd werd in ieder geval lid te worden van de federatie Midden Noord Holland en
    daarna contact te leggen met de gemeente Purmerend.
    De thuishaven van de vereniging was het gebouw “Vooruit” aan de Vooruitstraat, hier werden
    de vergaderingen gehouden.
    Ook bestond de vereniging op 26-04-1983 uit 29 leden en 3 aspirant-leden.Ook staat vermeld
    dat de statuten van de vereniging veranderd moest worden door de aanmelding bij de
    Federatie Midden Holland, de contributie werd verdubbeld van f12,50 naar f25,00.
    Dit was nodig om de bijdrage naar de Federatie te kunnen overdragen, te weten f8,50 per
    ingeschreven lid.
    Als tegen prestatie kreeg ieder lid van de hsv Afd. XI de grote vergunning, waar men in veel
    wateren mocht vissen met de “speciale hengel” (het vissen met twee hengels of het vissen met
    levend aas).
    Op 26-05-1983 vond een eerste gesprek plaats tussen de gemeente Purmerend en de hsv Afd.
    XI.
    Er werd gesproken over wat de hsv Afd. XI wil en wat de mogelijkheden zijn.
    Formeel mag in de sierwateren van de gemeente Purmerend niet gevist worden, deze
    sierwateren zijn niet vlot – en bevaarbare wateren ( er vindt geen beroepsvaart plaats).
    (Over de toen besproken punten kwam naar voren dat er ook niet integere dingen geëist werd,
    zoals gratis vergunningen voor B en W en hoge functionarissen, zelfs de politie moest hieraan
    deel kunnen nemen.)
    Bij een volgende bestuursvergadering was een tweetal gemeenteambtenaren aanwezig.
    Men vond dat na de aansluiting bij NVVS en de Federatie Midden Noord Holland, de
    gemeente Purmerend slecht toegankelijk was (letterlijk vertaald).
    Er werd een uitleg geven over de gang van zaken van het vissen in de praktijk in de gemeente
    Purmerend.
    Het uitoefenen van het sportvissen gebeurd hier in de sierwateren illegaal, is wettelijk niet
    toegestaan.
    Ieder sportvisser die in deze wateren viste was in overtreding doordat deze niet de vereiste
    vergunning kon tonen, dit om de eenvoudige reden dat de gemeente Purmerend deze niet
    uitgaf.
    Ook de gemeente Purmerend was in deze in overtreding en stond het vissen in wateren toe,
    ook de politie controleerde hier niet.
    In deze vergadering werd daarom een advies en een briefwisseling gedaan om de hsv Afd. XI
    te propageren (letterlijk vertaald) en tot een gesprek te komen over het uitreiken van
    vergunningen)
    Op 28-06 1983werd een brief gestuurd naar het college B en W van Purmerend met het
    onderwerp “Sportvisserij Purmerend”.
    In deze brief werd een uitleg gegeven over de sportvisserijwet van 1963 en daarbij de nadruk
    te leggen dat de sportvisser die in haar wateren vist, deze illegaal beoefend.
    Dit zal toch niet de bedoeling zijn, zeker omdat de sportvisserij in Purmerend heel veel
    toegepast werd.
    Geadviseerd werd om hierover met de hsv Afd. XI van gedachte te wisselen en tot
    oplossingen te komen.
    Ook de rol van de hsv Afd. XI moet hierin bepaald worden.
    Wat nog uitgezocht moet worden wanneer de hsv Afd. XI het sierwater tot haar eigen water
    mocht gaan rekenen.
    Geraadpleegde literatuur
    Waterland van J. Mens
    West Nederlandse veenplassen van J. Trouw
    Bedijking Opkomst en Bloei van de Beemster J. Bouman
    Waterlandarchief
    Purmerender courant
    Met dank aan
    Foto Vischlust Purmerends Museum
    Joop Selier en Ria de Vries

© 2024 Hengelsportvereniging Afd-X.I. Purmerend

Thema door Anders Norén

X